Emoties zijn een natuurlijk onderdeel van het menselijk bestaan. Als we een gezonde relatie met onszelf willen hebben, is het essentieel dat we onze emoties leren te omarmen.
Vaak leren we al op vroege leeftijd dat bepaalde emoties ‘ slecht” of ongepast zijn: Misschien werd ons verteld om niet te huilen of nooit boos te worden.
Maar door deze gevoelens te ontkennen, raken we ze nog niet kwijt.
Wanneer we een emotie negeren, stagneert hij in ons, hoopt zich op en draagt bij aan de opgestapelde lading van onderdrukte gevoelens en kan het ons ziek maken.
Mettertijd raken deze emoties uit balans: woede wordt haat of wrok, om vervolgens te exploderen in woede uitbarstingen en geweld; verdriet wordt depressie.
We hoeven maar naar een kind te kijken om te zien hoe natuurlijk emoties zijn. Kinderen worden snel en met een spontaan gemak boos, maar toch hebben ze een aangeboren vermogen om overal vreugde en vermaak te vinden; voor hen is de wereld een magische plek, en waar wij als volwassenen enkel verveling zouden vinden, zijn zij instaat om wonderbaarlijke dingen te ontdekken.
Dat komt juist omdat ze geen enkel aspect van hun emotionele spectrum ontkennen. Ze omarmen alle tinten zonder oordeel, als natuurlijke onderdelen van het menselijke bestaan.
Het gevolg daarvan is dat wanneer hun woede opborrelt, dit intens maar van korte duur is: 5 min later zijn ze totaal vergeten waar ze boos over waren, geabsorbeerd in de spanning van een nieuw moment, de volgende ontdekking.
Wanneer je je op het spirituele pad van ontwikkeling begeeft lopen we vaak tegen de worsteling van onze geconditioneerde jeugd aan. Proberen we onszelf aan te passen aan het beeld van een ‘brave’ jongen of een ‘lief’ meisje — een beeld dat niet zo ver verwijderd is van de verwachtingen die onze ouders en de maatschappij ons vroeger oplegden.
De zoektocht naar onvoorwaardelijke liefde wordt een manier van gedragen: We proberen de handelingen van liefde en mededogen na te doen zonder deze ervaringen eerst te worden.
Dit leidt mogelijk tot wrok en frustratie, want hoe kun je een ander in zijn of haar perfectie zien als je jezelf nog steeds als imperfect ziet?
Hoe kun je mededogen zijn als je jezelf niet kent?
In onze poging om vrij te breken van onze oude beperkingen, springen we in een nieuw hokje, dat soms nog meer rigide is dan het oude.
Om onvoorwaardelijk lief te hebben moeten we eerst onze menselijkheid omarmen, met al zijn schoonheid en onhebbelijkheden.
Omarm je moeder, omarm je verdriet: Ontkenning zal je niet ervan bevrijden, maar aanvaarding wel.
Door jezelf toe te staan de opgekropte lading te voelen, maak je ruimte vrij in jezelf.
Ruimte om te zijn, ruimte om lief te hebben, ruimte om te ontdekken wie je werkelijk bent.
~Isha Judd~